dinsdag 10 september 2013

Hoogsensitief kind na ziekenhuisopname


Regelmatig komen vragen binnen die voor anderen ook interessant zijn. Vandaag mag ik een vraag van een betrokken moeder op deze blog plaatsen over haar zoontje van vier jaar oud. 

De vraag:


Op de site hooggevoelig.nl zag ik dat ik een vraag kon stellen aan een coach/begeleider.  
Mijn oog viel op uw praktijk. 
Ik heb een zoontje van net 4 jaar. Al vanaf dat hij een paar maanden oud was heb ik het idee dat hij hoogsensitief is. Geen bijzonderheden, maar ik zie dat hij gevoelig is voor geluiden, indrukken etc etc. 
Nu is het zo dat hij in zijn jonge leventje helaas al wat situaties heeft moeten meemaken die op hem een grote indruk hebben achtergelaten. 
Recentelijk is zijn vader, mijn man, door de ambulance opgehaald thuis. Is allemaal goed gekomen gelukkig, maar was wel even spannend. 
Hierna is mijn zoontje door een ongeval in het ziekenhuis terecht gekomen met uiteindelijk bloedvergiftiging. Is ook allemaal goed gekomen gelukkig, maar dit was echt wel even heel spannend. Dit laatste is nu bijna twee maanden geleden. 
Ik zie nu aan mijn zoontje dat hij emotioneel nog veel last heeft. Ik merk dat hij ontzettend in paniek raakt als hij zich bezeert. Ook wil hij er niks van horen als ik, terloops, iets over de huisarts zeg. Vandaag zei hij hierop: "mama, ik ben bang, ik weet niet waarom". 
Sinds een paar weken gaat hij nu naar school. Dit vindt hij enorm spannend. Als hij thuis komt uit school lijkt het wel of hij een ADHD explosie heeft. Lijkt mij frustratie van ingehouden emoties. 
Om te voorkomen dat hij last houdt van het gebeurde is voor u mijn vraag of u misschien wat tips heeft hoe ik hier het beste met hem mee om kan gaan. Bijvoorbeeld juist wel of juist niet benoemen? Uit laten razen of hem proberen te kalmeren? Is er iets dat ik kan doen om hem te ondersteunen. 

Ik stel uw reactie zeer op prijs. 

Mijn reactie:


Hoogsensitieve kinderen hebben het vermogen zich gebeurtenissen in geuren en kleuren steeds opnieuw te herinneren. Ze hebben een sterk verbeeldingsvermogen en inbeeldingsvermogen en met name kwesties die te maken hebben met ziekte, injecteren, verwondingen etc. kunnen soms een grote vorm aannemen.
Op vierjarige leeftijd wordt er ook nog magisch gedacht. Een kind kan denken dat een ongeval er bij hoort en dat dit zomaar kan gebeuren. Of dat het is gebeurd omdat het kind iets doms heeft gedaan.

Schrik heeft een sterk effect op jonge sensitieve kinderen. Ze gaan proberen een dergelijk schrikmoment uit de weg te gaan, ze zijn bang voor de schrik.  Schrik zorgt voor een sterke herinnering aan een gebeurtenis omdat er een heel sterke lichamelijke sensatie bij kwam kijken. 
Hij heeft heel veel veiligheid nodig.

Iedereen moet nu even meewerken en hem positief bevestigen, ook als hij dwars is of onaangepast gedrag laat zien, want zijn gedrag vertelt de omstanders iets.

Ziekenhuisopnames brokkelen het vertrouwen namelijk behoorlijk af. Het betekent dat het kind hoe dan ook een traumatische ervaring heeft gehad. Er is in hem geprikt, hij moest alleen achter blijven, etc. 

Ik zou gaan voorlezen in dit geval. Er zijn allerlei boekjes over ziekenhuisopnames of operaties. Dat geeft al een meer realistisch beeld. Hij kan het dan in een realistischer perspectief plaatsen. Hij kan ook verlatingsangst hebben door de opname of door de situatie die zich voordeed met papa. Je kan zomaar worden meegenomen door zo'n ziekenwagen! Stel je voor! Probeer je te verplaatsen in de gedachtenwereld van een kleine kleuter. 

Verder heeft hij veel vertrouwen nodig en erkenning dat hij zich bang mag voelen. 
Ook zou ik een keer het ziekenhuis bezoeken en er een beetje doorheen dwalen. Eerst naar jet winkeltje. Samen een kopje thee drinken. Hij mag dan vertellen waar hij was en wat er allemaal gebeurde.

Ook zou ik hem laten tekenen. Ook al zijn het tekeningen vol krassen, het is verwerking.

Zeg: ik merk dat je bang bent, zal ik je helpen?
Zeg, ik merk dat je druk bent, maak je je zorgen? Mama helpt je! 
Ik merk dat je het niet goed begrijpt, ik zal het uitleggen!
Ik merk dat je het niet durft, ik doe het voor je!

Laat hem zien hoe je zelf met deze kwestie omgaat. Toon je bezorgdheid maar ook je vertrouwen in de toekomst. 
Vertel een keertje over hoe veel zorgen je zelf had maar dat je nu weer er op vertrouwt dat het goed zal blijven. 
Wij leren de kinderen goed te ademen om de schrik weg te krijgen.

Mag ik deze uitwisseling op mijn blog zetten, anoniem uiteraard? Het is ook interessant voor andere ouders.

Veel moed en wijsheid!

hartelijke groet

Sylvia van Zoeren



dinsdag 4 juni 2013

Creatief denken




Vanavond vertelde Rob aan tafel wat hij hoorde op de autoradio. Van de vijfjarigen is 98 % een creatieve denker. Na veertig jaar is nog maar 2% een creatief denker. Ons onderwijs is er geenszins op uit om ons creatieve denkers te laten blijven. Dat was de strekking van het interview op de radio.

Dat 'het' onderwijs 'onder vuur' staat is inmiddels wel duidelijk. 

Ik vertel op mijn beurt graag een verhaal uit de praktijk.

Vanmiddag is een prachtig meisje van negen jaar bij mij in de praktijk geweest.
Lange rode haren, en een open blik en houding. 
Een lieve moeder die haar graag wil helpen haar weg te vinden in onze toch wel moeilijke wereld.

Bij binnenkomst blijft de blik van mijn piepjonge bezoekstertje haken aan een schoolbord in mijn kleine wachtkamertje.
Ze wil tekenen. 
'Dat is goed.' zeg ik.
'Dan wil ik wel graag dat je iets tekent over Oké! en O jee!' zeg ik.  'Want daar gaan we het weer over hebben vandaag!'
Dat is wat de kinderen immers bij mij leren: 'Voel je je O jee? Verzin iets om je weer Oké! te voelen!'

We sjouwen het schoolbord naar mijn werkruimte.
Ze zoekt uit met welk materiaal ze wil werken. 
Het worden de nieuwe stiften. 
Nauwkeurig zet ze het bord vlak bij een stoel. 
Ze creëert haar eigen 'veilige' ruimte. Zet haar kopje sterremuntthee er naast.
Ze verkneukelt zich op haar werkje. 

Dan gebeurt er iets verrassends. 
Ze loopt naar de hangstoel, die waar de kinderen in kunnen relaxen. Ze zegt: 'Ik ga eerst nadenken over wat ik wil tekenen.' 
Een poosje is het muisstil.
Ik bereid ondertussen in stilte mijn nieuwe lesje voor. 
Dan springt ze op: 'Ja! Nu weet ik wat ik wil gaan tekenen!'

Er wordt weer in alle rust gewerkt.
Dan zegt ze: 'De helft van de tekening is klaar. Straks maak ik de andere helft af. Maar dan wil ik eerst weer in de stoel hangen. Nadenken!' 

Korte tijd later springt ze weer op en maakt ze haar tekening af.
Die is erg leuk geworden!

Hmmm?
Dit meisje is bekend met concentratiestoornissen in de klas.
Ze denkt creatief. Associatief. Is hulpvaardig en heeft een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Voelt anderen goed aan. Kan dus wel zeer gefocust zijn als ze iets doet op haar eigen wijze.

Ik heb weer veel geleerd vandaag!




dinsdag 23 april 2013

Jannus heeft wel duizend ideetjes in zijn hoofd

Daar is Jannus.
Hij is zes.
Een vroege leerling. Hij is zeer speels en creatief.
In zijn wereld bestaat de tijd nog niet.
Hij weet niet wanneer hij jarig is.
Of wanneer hij bij mij in de praktijk is geweest.
Wel herinnert hij zich gekke dingen, of verrassende gebeurtenissen.
Bijvoorbeeld dat hij een vrachtwagen ondersteboven in de sloot zag liggen.
Of dat Juf Wendy vertelde dat ze een poosje niet zal komen vanwege haar zwangerschap.

© Dreamstime

Jannus verzint aan de lopende band leuke dingen.
Van een stuk karton maakt hij gekke poppetjes.
Achter de poppenkast produceert hij gekke stemmetjes en verzint hij een verhaal.
Van een doos maakt hij een huis.
Hij hangt ondersteboven in de stoel en bekijkt de wereld eens van die kant.
Of hij slingert in de hangstoel en probeert dan iets van lego te maken. Hij wil kijken of dat lukt.
Ja, Jannus heeft duizenden ideetjes in zijn hoofd en lijkt soms wel een aapje dat van de hak op de tak springt.

Jannus is een vroege leerling.
Hij kan zich slecht concentreren.
Mede natuurlijk door al die ideetjes.
Omdat hij op impulsen reageert komt hij vaak druk over.
Hij luistert ook slecht zeggen de juffen.
Toen ik hem vroeg wat zijn achternaam was gaf hij die door.
Ik maakte wat later de factuur.
En ik zette zonder er bij na te denken de achternaam in het systeem: Hooiberg.
Weken later komt hij weer binnen met zijn moeder.
Ze lacht. Het is een erg lieve gevoelige moeder.
'Ik zag dat je de naam van Jannus veranderd hebt in Hooiberg. Maakt niet uit hoor. We krijgen het toch niet vergoed.'

Jannus Hooiberg. Zo heet hij nog steeds in mijn hoofd.
Want juist verrassingen zoals deze onthoud ik goed.
Jannus doet dat ook.
Zo jong als hij is maakt hij grapjes met me als ik weer een factuur aanmaak.
'Vergeet je niet te typen dat ik Hooiberg heet? Ha, ha!'




donderdag 11 april 2013

Zorgboerderij

Dennis komt binnen.
Weer ervaar ik de spontaniteit die hij uitstraalt als een warm bad.

Hij is voor de tweede keer hier.
Zijn ouders hebben het moeilijk.
Ze strijden. Gescheiden, ja. Na veertien jaar.
Dat is moeilijk voor de vader en de moeder.
Maar misschien wel nog het moeilijkst voor Dennis.
Hij is hulpvaardig en zonder oordeel.
Hij wil niet kiezen.
Niet voor mama.
Niet voor papa.
Hij kiest heus wel als het moet, maar dan voor allebei.

Dennis kijkt me voorzichtig aan.
Weer een mevrouw waar hij naar toe moet...
Wat wil ze van hem?
Ik zorg dat Kater Co er is.
Terwijl Dennis voor Co zorgt schenk ik thee in.
'Wat is ie zacht!', zegt Dennis.
'Is ie al lang bij jou?'

'Co kwam een dag eerder dan Meneer Jansen.
Weet je wel, onze hond met wie we zullen gaan trainen de komende tijd.'
'Gaan we ook in de tuin werken?', vraagt Dennis.
Alles wat we in ons eerste gesprek besproken is heeft hij onthouden.
Let op Sylvia, op wat je zegt. Hij zal je er aan houden, denk ik.
Als ik een relatie wil opbouwen met Dennis zal ik me aan 'mijn' afspraken moeten houden.
Beter is het om samen afspraken te maken.
Kinderen als Dennis houden van medezeggenschap!
'Oke! Dat doen we! Bij deze is de afspraak gemaakt!'

Dus zeg ik: 'Ja, we gaan in de tuin werken. Heerlijk lijkt me dat.
Volgende week wil ik dat je een beetje langer hier bent.'
Dennis maakt mijn thee en stopt het theezakje in de prullenbak.
'Ik wil graag dat je helpt de bedden klaar te maken.
Dan kunnen de kinderen komen om te zaaien.'
(zie www.kindertuinkoedijk.nl)
Hij lacht naar me.

Dennis verrast me.
In ons eerste gesprek heeft hij meermalen aangegeven 'echt niet te zullen gaan' (naar mij).
Ik had me dus terdege voorbereid op onze eerste bijeenkomst. Er rekening mee gehouden dat tegenover me een bokkige jongen zou zitten.
Maar tegenover me zit een lieve jongen die rekening wil houden met de mensen om zich heen.
Dus hij is gekomen.

We gaan er wat van maken. Dennis en ik.
'Weet je nog waarom je naar me toe komt?' vraag ik hem.
'Ja', knikt hij. 'Omdat het op school he-le-maal niet goed ging. Nu gaat het wel goed.
Ik vind het fijn op de zorgboerderij.'
Dennis is negen en zeer prikkelgevoelig. Elke dag stond hij op de gang omdat hij boos werd. Hij is erg gevoelig voor onrechtvaardigheid. Hij liet de meester zien wanneer er iets onrechtvaardigs gebeurde, maar voelde zich niet erkend. Dus werd hij steeds bozer.

Hij houdt van de natuur en de dieren. Hij bloeit op in de zorgboerderij, is nooit meer boos.

Bij het afscheid zegt zijn vader: 'Ik wou maar dat er op de zorgboerderij ook les werd gegeven, dan hoefde ik niet naar de leerplichtambtenaar.'








vrijdag 29 maart 2013

De kracht van NU helpt hoogsensitieve kinderen

De bijeenkomst is ten einde. Samen met mijn cliëntje loop ik naar haar moeder die het afgelopen uur in mijn piepkleine wachtkamertje zat. Een kamertje waar altijd thee staat en stapels boeken over opvoeden liggen om in te kijken terwijl er wordt gewacht. Soms hoor ik wel eens een vader licht snurken... Eindelijk een uurtje voor zichzelf.

Ik hoor dat mijn nieuwe bezoek al is gearriveerd. Beneden in de praktijkkeuken zit Samuel die altijd met zijn moeder komt. Jassen nog aan want het is bar koud buiten. Hij fluit een liedje. 

Samuel is een van mijn favoriete bezoekers. Hij is tien jaar. Hij is spontaan en slim. Hij heeft daarbij een groot gevoel voor humor.  Ik zou hem bijna charmant noemen. En; ik ervaar hem als een  kind met een groot gevoel voor autonomie. Hij is nu meer zichzelf. Twee jaar geleden volgde hij de Ik ben Oké! cursus vanwege zijn gebrekkige aandacht. Daar heeft hij hard aan gewerkt, maar eerlijk gezegd sprak zijn leeftijd een woordje mee in het succes. Nu hij tien is gaat concentreren ineens veel makkelijker. Omdat hij een beetje wakkerder is geworden.

Hij heeft afgelopen maand aan zijn moeder gevraagd of hij niet weer eens naar mij toe mocht. Zijn hoofd werd steeds drukker en hij sliep slecht.
Als ik beneden kom en afscheid heb genomen van Gwendoline kijkt Samuel me olijk aan en vraagt aan zijn moeder: vertel jij het slechte nieuws? 
Ik veins schrik. Slecht nieuws? Wat nu?

Als we met een kop thee en een koekje tegenover elkaar zitten blijkt het slechte nieuws te zijn dat hij niet meer naar mij toe hoeft te komen. Het gaat goed met hem! 
Ai! zeg ik, dat is me ook wat moois. Dus we gaan afscheid nemen?
'Ja, maar ik heb nog wel een vraag: ik heb nachtmerries. En dan durf ik niet alleen te slapen.' 
Samuel tekent een beeldverhaal over zijn droom op de flapover. Hij houdt van tekenen. 
Al doende ordent hij wat hij heeft ervaren. Terwijl hij tekent vertelt hij over zijn belevenissen. 

Ineens komt iets in me op. Ik loop naar de boekenkast en pak het boek van Eckhart Tolle: Pepijn's geheim. 
'Ik wil je graag een verhaal voorlezen.' Heerlijk vind hij dat. Hij houdt van verhalen. 
Ik ga naast hem zitten en lees het verhaal voor. Ik let op mijn dictie, maak het soms spannend door de toon van mijn stem te gebruiken en merk dat hij er al gauw helemaal in zit. 

En ineens besef ik: ook ik zit er helemaal in. Wat een prachtig verhaal! Het gaat over het NU. 
Je kunt je zorgen maken over iets dat gebeurde en daar allemachtig veel over nadenken. Je maakt verbinding met het TOEN. Je kunt je zorgen maken over het DAN, omdat je je zorgen maakt over wat er gaat gebeuren. Maar in het NU is er alleen maar het NU, toen en dan verdwijnen. 
Daarbij gaat het verhaal ook over licht. Een nare droom verdwijnt of verschijnt niet eens als je het licht opzoekt. Bezorgde gedachten weerhouden je ervan iets op lichte wijze te benaderen. 

Samuel herkent zich in het verhaal. Ook hij heeft zich zorgen gemaakt: over zijn moeder. Zij kijkt soms een beetje treurig. Hij wil haar zo graag helpen! Of ze echt verdrietig is weet hij niet zeker, maar hij stelt zich voor dat ze dan een beetje treurt. Hij heeft een groot inbeeldingsvermogen. En hij is een goede zoon. 
We  spreken af dat Samuel voor hij gaat slapen aan iets moois denkt. Zijn eigen idee is dat hij aan het licht denkt. Hij hoeft alleen maar aan het verhaal te denken. Wie weet blijven de nachtmerries dan weg. 
En ik zeg: 'Ik weet zeker dat je moeder voor zichzelf kan zorgen. Je vader helpt haar immers? Ik vind dat je geweldige ouders hebt!'

Samuel tekent nog een engel met voetbalsokken die omringd is door licht en gaat dan fluitend weer naar huis.
Als ik de deur afsluit zie ik zijn moeder met hem meerennen, dwars door mijn tuin. Ze lachen.

Zoals altijd zijn de namen in deze blog gefingeerd. 











dinsdag 26 maart 2013

Games? Ik kan niet stoppen!

© sony


Zijn moeder en hij komen samen. Dat is erg leuk.
Er ontstaan geanimeerde gesprekken en mijn uitdaging is om hem voldoende ruimte te geven en tegelijkertijd zijn moeder een gevoel te geven dat ze het echt goed doet.

Hij is erg sensitief. Mogelijk is zijn sensitiviteit versterkt omdat hij helemaal in het begin van zijn aardse carriëre een zware behandeling in het ziekenhuis moest ondergaan. De zintuigen en het gevaarssignaleringsysteem in ons lijf werken nu eenmaal al honderduizenden jaren in innige symbiose samen.
Als je zo iets naars meemaakt, de onbewuste ervaring hebt gehad dat je iets dergelijks is overkomen zonder er enige zeggenschap in te hebben gehad (hij was maar een baby) dan is je onbewuste reactie daar wellicht op gefocust. Zodra er gevaar dreigt gaan alle zintuigen op scherp en is het lichaam in de vecht,-of vlucht stand. Stress ligt op de loer.

Het gesprek komt op je aandacht focussen op die stomme tv, gewoon: omdat je moe bent, geïrriteerd na een erg drukke dag op school en tot rust wilt komen.

'Ik kan dan niet stoppen. Ik ben in de ban van het spel. Maar als ik dan stop voel ik me erg naar. Ik ben maar aan het schieten geweest in het spel. Ik word steeds drukker. Mij hart bonkt. Ik droom dan ook naar. Ik zie dan nare gezichten als ik mijn ogen dicht doe als ik wil slapen. Ik weet het allemaal wel, maar ja...'

Omdat we alledrie het belang ervan inzien dat hij dit soms nodig heeft omdat hij veel stress ervaart, spreken we af: 'oorlogsgamen' mag mits hij voor de games kiest waarin onze werkelijke 'aardse' oorlogsregels ook worden nagestreefd. De NAVO en UN zijn er niet voor niets...

En hij mag kiezen wanneer hij het doet en houdt zich aan deze afspraken (waar hij zelf bij betrokken is geweest in ons gesprek):

Geen games als hij eenmaal gegeten heeft 's avonds
Geen games vlak voor het naar school gaan
Gamen tot een uur per dag mag
Geef de energie terug aan de makers van de game; zij bedachten het en dagen hem en andere jonge kinderen uit hun tijd op deze manier door te brengen

We horen van deze jongen zelf hoe hoog de omzet in de game industrie is geweest. Dat heeft hij opgezocht nadat hij met zijn ouders sprak over het 'probleem'.

Hou je vast: wereldwijd 70 miljard.
Ik zocht het op: PriceWaterhouseCoopers voorspelde het. Ondanks dat de ver(w)achte groei vorig jaar tegenviel is de omzet zo hoog geweest!
70 000 000 000 euro

Oke! We hebben er mee te maken. Honderdduizenden jongens zullen de komende jaren hun brood gaan verdienen in de game industrie.

Het enige wat we kunnen doen: erken de behoefte aan gamen. Help hun bewustzijn te vergroten. Als je hun behoefte erkent kun je ook grenzen stellen. Verbieden werkt averechts dus dit lijkt de best mogelijke optie.

Zeg daarom:

Ik snap het wel. Ik weet dat jongens vaak voelen dat ze rustig worden als ze een game spelen. Ik weet ook dat ze door dit soort games veel minder toekomen aan lezen en huiswerk doen. En dat ze nare beelden kunnen zien in hun droom. Ik wil dus graag afspraken met je over hoe we hier mee omgaan in ons huis. 

Veel moed en wijsheid!

Sylvia van Zoeren




Wijzeouders